De Bath briefing

Waarom de instructies die Max De Pree voor de productiefaciliteit van Herman Miller in het Verenigd Koninkrijk gaf nog steeds als goed advies dienen voor architecten en ontwerpers.


Tekst: Clark Malcolm

Illustraties: John Donat

Een man zit buiten de fabriek van Herman Miller in Bath, Engeland.

Begin jaren 70, toen systeemmeubelen, en met name Herman Millers innovatieve Action Office, populair werden, had het bedrijf een productiefaciliteit nodig in het Verenigd Koninkrijk om te kunnen voldoen aan de vraag in Europa. Max De Pree, zoon van de oprichter van Herman Miller, D.J. De Pree, nam het op zich om een architect uit te kiezen en het project te leiden. Tien jaar eerder had hij kennis opgedaan over architectuur van mensen als George Nelson en Gordon Chadwick. Zijn woonhuis in Zeeland in Michigan uit 1954, was ontworpen door Charles Eames.

Max was een consciëntieus zakenman. Zijn vader had Herman Miller in 1923 opgericht. Na hun diensttijd in de Tweede Wereldoorlog gingen hij en zijn broer Hugh voor het bedrijf werken. De drie mannen hadden duidelijke meningen over hun zaken: respect voor design, de overtuiging dat elk individu waardevol is en de belofte dat alle risico’s en winst met de medewerkers zouden worden gedeeld. Hun egalitaire overtuigingen hebben de ontwerpen van Herman Miller en het gedachtegoed van Max over het nieuwe gebouw sterk beïnvloed. De De Prees waren niet bang om te innoveren.

Max schreef een “Verklaring van verwachtingen” als briefing voor het nieuwe gebouw dat in het Engelse Bath moest komen. Samen met zijn team voerde hij gesprekken met drie architecten. Eén van hen gaf toe dat bijna al zijn gebouwen lekkages hadden. Een ander dreigde dat hij nooit meer producten van Herman Miller zou gebruiken als hij niet zou worden gekozen. En met één was er direct een goede verstandhouding. Nick Grimshaw en Farrell/Grimshaw Partnership in Londen sleepten de opdracht binnen. Grimshaw was toen nog niet de sterarchitect die hij later zou worden, en Max en hij konden het van begin af aan goed met elkaar vinden, zoals Max later vertelde in een artikel in de Herman Miller publicatie ‘Ideas’ (januari 1979). Reagerend op de briefing zei Grimshaw: “Veel van de meningen met betrekking tot het welzijn van de gebruikers, de flexibiliteit en de bescheidenheid in aanpak, komen sterk overeen met de aanpak die wij hebben ontwikkeld sinds de oprichting van ons bureau tien jaar geleden. In het bijzonder zijn wij van mening dat een nieuw gebouw geen eisen dient te stellen aan de bewoners, maar dat het een instrument moet zijn dat in dienst van hen staat.”

Spreads from Idea magazine, January 1969, and Icon magazine, May 2014.

Spreads uit Idea magazine, januari 1969, en Icon magazine, mei 2014.

Op gegeven moment nam Grimshaw Max mee naar een heuvel met uitzicht op het bouwterrein en op Bath. Max herinnert zich hoe Grimshaw hem waarschuwde dat deze prachtige stad niet verpest mocht worden. Bij een andere gelegenheid vertelde Grimshaw aan Max dat hoewel het stuk grond langs de rivier wel van Herman Miller was, de rivier niet van hun was. Iedereen in Bath had er recht op om ervan te genieten. Max zei dat ze het daarom nooit erg vonden dat de vissers de stoelen gebruikten die buiten het gebouw bij de rivier werden bewaard.

Grimshaw en zijn team waren zwaar onder de indruk en raakten geïnspireerd door de “Verklaring van verwachtingen”. Zij namen foto’s van het voltooide gebouw dat in 1976 de deuren opende. Bij elke verklaring van Max plaatsten ze een foto ter illustratie. De combinatie werd gedrukt in een charmant boekje van Herman Miller. Het wordt inmiddels niet meer gedrukt, maar hieronder is het gereproduceerd.

De verklaringen vormen een goede checklist voor praktisch elk gebouw en eigenlijk bijna elk designproject. Het zijn zeer algemene, filosofische richtlijnen die de overtuiging van de De Prees weerspiegelen dat een bedrijf zich ‘kwetsbaar moet instellen’ voor de ideeën van creatieve ontwerpers zoals Nelson, Charles en Ray Eames, en Alexander Girard. Zij richten zich op mensen en menselijke activiteit, en niet op een visueel of theoretisch statement. Ze benadrukken het goede dat de gemeenschap kan bieden en niet de prestaties van een individu. Zoals De Pree het stelde: “Je zou kunnen zeggen dat het ons doel is om een onbepaald gebouw te bouwen.”

“Wij mogen deze prachtige stad niet verpesten... Je mag dan misschien wel een stuk grond aan de rivier bezitten, maar de rivier is niet van jou. Iedereen die hier leeft, heeft er recht op om ervan te genieten.”

-Nicholas Grimshaw

Our goal is to make a contribution to the landscape of aesthetic and human value.

“Het is ons doel om een bijdrage te leveren aan het landschap van de esthetiek en onze menselijke waarden.”

The environment should encourage fortuitous encounter and open community.

“De omgeving moet toevallige ontmoetingen en een open gemeenschap aanmoedigen.”

The space should be subservient to human activity.

“Ruimte moet ondergeschikt zijn aan menselijke activiteit.”

Commitment to performance for single functions or needs is to be avoided.

“Het doel om maar op één vlak of voor maar één behoefte te presteren, moet vermeden worden.”

The facility must be able to change with grace, be flexible and non-monumental.

“De faciliteit moet op elegante wijze kunnen veranderen, moet flexibel zijn en niet imposant.”

Planning of utilities has to meet the needs we can perceive.

“Het plannen van voorzieningen moet voldoen aan de behoeften die wij kunnen zien.”

We wish to create an environment which will welcome all and be open to surprise.

“We willen een omgeving creëren waar iedereen welkom is en voor verrassingen openstaat.”

The quality of the spaces should reflect the company’s commitment and reputation in environmental arenas.

“De kwaliteit van de ruimten zou de betrokkenheid en reputatie van het bedrijf wat de omgeving betreft moeten weerspiegelen.”

Whatever we do must be constructively involved with the neighborhood and civic community.

“Wat we ook doen, het moet op constructieve wijze betrokken zijn bij de buurt en de sociale gemeenschap.”

Utilization patterns should allow for future options, for growth and for change.

“Gebruikspatronen moeten de ruimte hebben voor toekomstmogelijkheden van groei en verandering.”

We would like a building that permits maximum relation of work spaces to the outdoors.

“We zijn op zoek naar een gebouw dat de verhouding van de werkruimten met de buitenwereld maximaliseert.”

Zoals Max zegt: “We hadden geen marketingbudget en moesten er daarom voor zorgen dat het gebouw prijzen zou winnen om publiciteit te genereren.” En dat gebeurde ook. Het gebouw won onder andere de belangrijke Financial Times Industrial Architecture Award 1977. De jury noemde het gebouw “een mooi voorbeeld van architectonische brille, industriële vormgeving en verbeeldingsmanagement.”

Enkele van de opmerkelijke innovaties in het ruim 5000 vierkante meter grote pand: een hangende loopbrug met voorzieningen om de productielay-out te kunnen veranderen, herconfigureerbare binnenhofjes waar medewerkers kunnen pauzeren, modulaire toiletruimten die naar elke gewenste locatie binnen het gebouw verplaatst konden worden, afneembare plastic panelen aan de buitenzijde van het gebouw die verandering of uitbreiding mogelijk maken. Volgens Jeff Scherer, een jonge Amerikaanse architect die samen met Grimshaw als projectleider werkte, beschouwde Max het gebouw als “één uit een lange serie stappen op de lange termijn.” Het moest zich aanpassen aan de continu veranderende context.

n 2011 vroeg Herman Miller bedrijven offertes in te dienen voor de bouw van een nieuw gebouw in de buurt van Chippenham, dat een productie- en kantoorruimte moest combineren. Na bijna 40 jaar was het verouderde gebouw in Bath aan het einde van zijn productieve leven gekomen. De leiders van het nieuwe project waren bang dat het bescheiden budget een belediging zou zijn voor Grimshaw en vroegen hem daarom niet eens om een offerte.

Puur toevallig was rond die tijd een stagiair in het kantoor van Grimshaw een retrospectief aan het samenstellen van het werk van de architect, met onder andere het Herman Miller gebouw in Bath. Grimshaw was benieuwd hoe het gebouw er inmiddels bij stond, en nam contact op met Herman Miller voor een rondleiding. Andy Lock, president van Herman Miller International, sprak Grimshaw in Bath. De wetenschap dat het gebouw op korte termijn verkocht zou worden en een nieuw gebouw in de planning stond, zat hem niet lekker.

De volgende dag belde Lock Grimshaw op om te vertellen hoe de vork in de steel zat. De architect vroeg waarom hij niet gevraagd was een offerte te geven. Toen hij hoorde hoe het zat, stond hij erop om het nieuwe gebouw te ontwerpen, ongeacht het bescheiden budget.

Sir Nicholas Grimshaw CBE, PRA, RIBA, AIA herinnerde zich de Bath briefing, en besloot een nieuw hoofdstuk te schrijven in de architectuur van een 109 jaar oud ontwerpbedrijf. Het nieuwe gebouw is in aanbouw en zal volgend jaar de deuren openen.

“Max beschouwde het gebouw als “één uit een lange serie stappen op de lange termijn.” Het moest zich aanpassen aan de continu veranderende context.”